Het Zelhems Mannenkoor

Al geruime tijd voor de officiële datum werd door verschillende mannen, waaronder W. Smeenk, B. Radstake, P. Schumacher, Tj.P.de Vries en G. W. Radstake. Al het plan geopperd om in Zelhem een mannenkoor op te richten.

De eerste bijeenkomst, waarbij een zevental personen bijeen waren, vond plaats ten huize van de heer Scheffer. Dit was op 12 maart 1949. Op 19 maart 1949 vond in het gebouw voor Chr. belangen aan de Hummeloseweg de eerste officiële vergadering plaats, waarbij een zestiental personen aanwezig waren. In de vergadering werd een bestuur gekozen en de heer Scheffer werd als dirigent benoemd.

foto4

Het Mannenkoor, een jaar na de oprichting.
Zittend v.l.n.r.: H. Oosterink, H. Klein Molenkamp,Th. De Vries, W. Smeenk, G.J. Scheffer, P. Schumacher, B. Radstake, R. van Doorn, G. Smeitink, W. Roenhorst, H. Koeslag. Daarachter staand, v.l.n.r.: M Damstra, W. Jansen, A. Radstake, G. Radstake, Joh. Klein Holte, G. Jansen, J. Oldenhave, A. Kraayenbrink, H. Bulten, W. Beeftink
Achterste rij, V.l.n.r.: H. Ellenkamp, J. Radstaak, J. Steenbergen, D. Ooijman, M Bertram, A. GrafJelman, G. Bulten, J. Oosterink

De eerste repetitie vond plaats op 2 april 1949, waarbij begonnen kon worden met het instuderen van een aantal liederen.

Vanaf die tijd tot ongeveer 1969 heeft het koor haar wekelijkse repetities en de jaarlijkse uitvoeringen gehouden in het gebouw voor Chr. belangen. Het aantal leden bleef stijgen, zodat we in de loop der jaren ongeveer veertig leden hadden, maar door de minder goede accommodatie van het gebouwen en nog andere omstandigheden, o.a. opkomst van de televisie, liep het ledental terug tot ongeveer twintig .

foto1

Na 1969 tot 1972 hielden we onze repetities in de serre van hotel het Rode Hert. De heer Scheffer is tot aan zijn dood in 1987 dirigent van het mannenkoor geweest.

foto2

foto5

Ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum schreef zijn zoon Dick in het jubileumboekje:

“Mijn vader leefde voor de muziek, vooral voor het zingen. Hij schoolde zich als organist en dirigent en praktiseerde dat gelijktijdig. Tot aan zijn dood in 1987 vulden de koren een groot deel van zijn leven. Zes avonden koorrepetitie was niet ongewoon. ’s Zondags begeleidde hij de zingende gemeente. De donderdagavond was ‘mannenkoor-avond’. Vanaf de oprichting van het mannenkoor was het ‘zijn’ koor! Als kind kreeg je dat als vanzelfsprekend mee. De voorbereidingen van de repetitie in de studeerkamer; de klank van een mannenkoor was altijd duidelijk te herkennen. Vader zong zich bij de piano in, ik luisterde vaak en nam het in me op. Het mooiste vond ik het werk ‘Domine, salvam fac, Reginam nostram’ . Indrukwekkend van klank en raadselachtig van tekst! Langdurige verbintenissen bezorgen natuurlijk veel herinneringen. Soms mocht ik het koor begeleiden op de piano of het kerkorgel; voor mij een feest. Alles gaat voorbij, herinneringen blijven. Ze zijn voor mij een waardevol bezit. Vaders leven was inspirerend, een leven vol bijdragen aan het muziekleven in Zelhem en omstreken. Moge het Z.C.M. nog lang blijven zingen in de traditie die mijn vader zo na aan het hart lag.Lang leve het Z.C.M.
Dick Scheffer Drempt,januari 1999

foto3